Verwarm de oven voor op 180 graden. MAAK DE KAASSAUS: doe de slagroom, melk, laurierblad in een kleine pan en breng aan de kook. Zet meteen het vuur lager (het mag niet meer koken), voeg de geraspte kaas toe, haal het laurierblad eruit en pureer met de staafmixer. Breng op smaak met een beetje peper, zout en eventueel nootmuskaat. Laat de kaassaus op laag vuur staan, zodat deze warm blijft. Roer regelmatig wel even door.

MAAK DE VARKENSHAAS: bestrooi de varkenshaas met een klein beetje peper en zout. Wikkel het spek eromheen. Verhit een flinke klont roomboter en een scheutje olie in een pan en bak het vlees rondom goudbruin aan. Leg het vlees op een met bakpapier beklede bakplaat en bak het vlees nog 8 minuten in de oven. Laat vervolgens 10 minuten rusten onder een stuk aluminiumfolie.

MAAK DE RÖSTI: Doe de aardappelrasp in een kom en breng op smaak met een flinke snuf peper en zout. Verhit een beetje olie en roomboter in een grote koekenpan. Maak kleine hoopjes aardappelrasp en bak deze op middelhoog vuur aan beide kanten goudbruin en gaar. Laat de rösti uitlekken op keukenpapier of bakpapier.

MAAK DE APPELS en BOSUI: Verwarm een klontje roomboter in een pan en bak de appelpartjes met een klein beetje verse tijm (alleen de blaadjes) tot de appel iets zachter geworden is. Snijd de onderkant van de bosui en een stuk van het groen van de bovenkant. Snijd daarna in 2 stukken. Bak in een andere pan de bosui in een beetje olijfolie zacht en breng op smaak met peper en zout.

MAAK NU HET BORD OP: leg een beetje kaassaus op het bord, snijd de varkenshaas in medaillons (dikke plakken) en leg dit om en om met de rösti en appel. Leg de gebakken bosui eroverheen. Eet smakelijk! Het is even werk, maar dan heb je ook wat.