Meng alle ingrediënten voor de pangangsaus in een klein steelpannetje en breng dit zachtjes aan de kook. Als het kookt meng dan 1 el maïzena met een scheutje koud water en voeg dit aan de saus toe. Laat nog even 1 minuutje doorkoken en zet daarna het vuur laag.
Kook de bami gaar volgens de gebruiksaanwijzing op de verpakking. Maak ondertussen de roerbakgroenten klaar. Verhit een scheutje olie in een wok of hapjespan. Fruit de sjalotjes met de knoflook, 2 tl paprikapoeder en 1 tl kerriepoeder. Voeg het gehakt toe en bak rondom goudbruin aan. Voeg vervolgens de de paprika's en champignons toe en roerbak dit tot de champignons beginnen te verkleuren. Voeg dan de sugar snaps en taugé toe en bak dit kort mee. Giet de helft van de saus erbij en laat dit eventjes koken voor 1 à 2 minuutjes. Giet de bami af en meng dit door de groenten-saus. Bestrooi met de bosui. Serveer de overgebleven pangangsaus er los bij.